Een hartenwens

Stel je voor: je mag een hartenwens doen.
Wat zal dat dan zijn? Een wereldreis? Een huisje in Frankrijk? Een boot?
Afgelopen kerst mochten de bewoners van ‘mijn’ verzorgingstehuis zo’n hartenwens doen. Hij moest wel uitvoerbaar zijn natuurlijk, want een reis naar de maan zat er bijvoorbeeld niet in.
Er kwam een diversiteit aan wensen binnen. Van een avondje naar de bioscoop met een vriendin, tot een reis naar Durban, Zuid-Afrika.
Vanmiddag werden een paar van die wensen gehonoreerd.
De mevrouw die zo graag naar Zuid Afrika wilde, kreeg in plaats van de te dure reis, een mooi boek over dat land. Een Rijnreis werd een tochtje over het IJsselmeer en de beide dames gaan naar een film naar keuze.
Er was ook een man, die zo graag een keertje mee wilde helpen in de bediening, gezellig met hapjes lopen tijdens een feestelijke middag of avond. Deze wens gaat uitkomen, evenals de wens van een paar dames, die heel graag kersen wilden eten in de Betuwe.
Mooie wensen allemaal, maar de indrukwekkendste hartenwens kwam van meneer van den E. Deze man is vijfenzestig en gedeeltelijk verlamd door een hersenbloeding.
Zijn hartenwens was het om een keertje met de rolstoel naar het bos te gaan. Zijn vrouw is niet in staat om hem daar te duwen, doordat zijzelf door een ziekte invalide is geworden. Al een paar jaar is hij niet meer in het bos geweest, een plek waar hij voorheen dikwijls kwam.
Eindelijk gaat die wens in vervulling! Een lieve vrijwilliger heeft aangeboden om met de man een boswandeling te maken.
Meneer van de E. begon spontaan te huilen en ook ik kreeg een brok in de keel. De zaal applaudiseerde, want iedereen gunde hem dit zo.
Zoiets eenvoudigs: een boswandeling, maar zeker zoveel waard als een reis naar Durban of zelfs naar de maan.
Het was een heerlijke middag, waarbij er velen blij verrast werden.
En het maakt mij nog eens extra dankbaar, voor alles wat ik heb en kan en het motiveert me, om daar steeds meer van te delen.

Hond of kind?

Sommige mensen noemen hun hond, hun kindje.
Zover zou ik toch niet willen gaan.
Goed, ik vind Rizzo een schatje, ben stapelgek op haar, maar om haar nu mijn kindje te noemen?
Toch heeft ze van die trekjes, waarbij ze dicht in de buurt van een echt kind komt: want wat kan ze me voor gek zetten.
Vanaf dat we haar een week hadden, ben ik met Rizzo naar puppycursus gegaan. Ik kreeg daar waardevolle tips en ben enthousiast aan het oefenen gegaan. En met resultaat mag ik zeggen.
Zitten doet ze als geen ander, sinds deze week duikt ze plat op de grond als ik ‘af’ tegen haar zeg en ook het ‘volgen’ tijdens het uitlaten gaat best goed.
Behalve op de cursus. Dan is ze alles in een keer vergeten.
Zodra we het hek binnen lopen van het terrein waar de cursus gegeven wordt, ben ík degene die volgt, zit ik me op te vreten en ga ik constant af, terwijl Rizzo haar neusje volgt, alleen maar aandacht heeft voor de andere honden en op zoek gaat naar de voertjesvoorraad van meester Thijs.
Gelukkig is ze wel consequent, want zelf meester Thijs heeft de grootste moeite haar in het gareel te krijgen. Het mooiste vindt ze het spelen met de andere honden, dan gaat ze helemaal los en kan ik “Rizzo, HIER!!!!!” roepen tot ik een ons weeg. Vanavond hield ik het geploeter voor gezien, ik liet de lijn los en ben als een malloot rondjes gaan rennen. Kijk, dat vond Rizzo nu leuk, ze volgde alle bochtjes die ik maakte alsof ik een loslopend koekje was en een plezier dat we hadden!
Het was misschien niet helemaal de bedoeling van de les, maar mijn kinderen houden niet zo van school, dus Rizzo ook niet.
Zie je, is ze toch een soort kindje van me.

Zelfopoffering

Ken je ze? Die types die zichzelf helemaal wegcijferen voor een ander?
Ik wel.
Sterker nog: ik ben zelf zo’n figuur.
Neem deze dag nu.
Vanochtend ben ik er op tijd uitgegaan om  Rizzo zijn ochtendbehoefte te laten doen.
Na een korte douchebeurt heb ik haar weer aangelijnd voor een wandeling. Natuurlijk kan ik onze pup gewoon in de tuin laten poepen en plassen, maar ik gun haar graag de ontdekking van de grote buitenwereld en sta dan geheel tot haar beschikking.
Daarna toog ik naar San. Ze had me gevraagd een paar uurtjes op kleinhond Beagle te passen, omdat die anders te lang alleen zou zitten. Natuurlijk heb ik voor mijn kleinhonden alles over en zo liep ik even later een flink rondje met Beagle. Eenmaal weer thuis bij San, heb ik haar in de tuin gelaten en, tja je kunt zo’n hondje daar niet alleen laten, nam ik plaats op een tuinstoel in de zon, had voor de hond een bak water gepakt en voor mezelf een cappuccino. Gelukkig had ik een boek meegenomen die ik al een tijdje geleden van Zoon geleend had. Je kunt geleende spullen uiteraard niet te lang in je bezit houden, dus offerde ik me op en las het boek uit. Worm woont vlak achter San en was druk bezig in zijn tuin. Om hem niet de hele morgen alleen te laten, besloot ik snel een kopje koffie te gaan halen, Beagle vermaakte zich intussen in de tuin en miste zijn oma helemaal niet, mocht ze gaan janken of blaffen, dan was ik binnen een minuut weer terug.
Om twaalf uur was het weer tijd om naar huis te gaan. Daar vond ik Gert en Zoon op het terras in de zon en ach, wat doe je dan als goede vrouw en moeder, dan houd je ze even gezelschap. Terwijl we van een overheerlijke lunch genoten, die ondertekende geheel onzelfzuchtig voor de mannen en zichzelf bereid had, kwam Ka de tuin binnenlopen.
Ze had een skate afspraak met haar jongste zusje, maar die zat nog op school, dus besloot ik mijn oudste dochter maar gezelschap te houden. Zij had een boek bij zich, dus nam ik een nieuw boek ter hand, om gezellig met haar mee te lezen.
Net toen de beide zusjes weg wilden skaten, stak San haar hoofd om de hoek van het huis en zo was ik verplicht nog enkele ogenblikken te blijven zitten.
De skate zusters, waren snel weer terug en de skates werden omgeruild voor een boek.
En weer was ik zo goed, hen gezelschap te houden.
Toen de zon zich terugtrok achter de gevel van de buren, maakte ik een heerlijke maaltijd klaar, die we smakelijk verorberden.
En dan zit ik nu een stukje te schrijven om jullie, lezers, een plezier te doen.
Je ziet, het was een zware dag, waarbij ik ook nog eens een verbrand decolleté en dito hoofd heb opgelopen en dat alleen om mijn gezinsleden ter wille te zijn.
Soms denk ik echt, dat ik te goed ben voor deze wereld
Vanavond eindelijk tijd voor mezelf, met eerst een goed boek en daarna Midsomer Murders op tv.
Hopelijk heb ik morgen wat meer tijd voor mezelf.

Rampgebied

Pubers! Het blijven vreemde wezens.
Afspraken maken kun je wel vergeten, ze gaan het liefst laat naar bed, komen er daarna heel laat uit en een troep dat ze maken!
Zo had Mojo echt een mega puinhoop op haar beide kamers.
Ja ja, mevrouw heeft een slaap- en een zitkamer.
Stom natuurlijk, want nu komen we a) nooit meer van haar af en b) heeft ze twee kamers waar ze een ravage kan maken.
De afspraak was, dat ze ze allebei opgeruimd en schoon zou houden.
Maar ja, die afspraak was ze zo weer vergeten (want pubers vergeten dat soort afspraken snel) en nog geen halfjaar, nadat ze intrek had genomen in de tweede kamer, zagen beide ruimtes er uit alsof er en windhoos door de kamer was gegaan, gevolgd door een tsunami en -vooruit- een aardbeving als toetje. Rampgebied dus.
Gister was ik het beu.
‘Nu ruim je je zooi op en maak je je kamers schoon.’ zei ik zo streng mogelijk.
Dat had helaas weinig effect, want mijn dochter is slim en heeft toch wel wat onthouden van de biologielessen.
‘Dat kan ik niet,’ reageerde ze laconiek ‘want ik ben een puber!’
Ze vertrok vriendelijk lachend en liet mij verbijsterd in de troep achter.
Ik vraag me af: zou ze weten dat ik in de overgang ben? Of zou ik dat ook meer moeten profileren?

Teveel van het goede

Met zijn elf pond kon je Giel gerust een stevige baby noemen.
Als peuter zag hij er grappig uit met zijn dikke beentjes en bolle appelwangen.
Toen hij naar de kleuterschool ging, stak hij qua gewicht met kop en schouders boven zijn klasgenootjes uit en bij het verlaten van de basisschool woog hij zeker zeventig kilo.
Zijn moeder  maakte zich geen zorgen.
‘Giel heeft nu eenmaal de bouw van zijn vader.’
Daarmee had ze niets gelogen, want Gijsbert van Bakel was een brok van een vent, zijn enorme postuur boezemde ontzag in. Wat hem als paardenhandelaar goed van pas kwam.
Giel groeide zorgeloos op, te midden van zijn zes broers en drie zussen.
Alle Bakeltjes waren flink aan de maat, maar Giel spande toch wel de kroon.
Ondanks zijn forse overgewicht, mankeerde hij  nooit wat.
Hij deed het goed op school, maar aan gym had hij een broertje dood.
Na zijn afstuderen vond  hij werk in het bankwezen, trouwde de liefde van zijn leven, kreeg vier flinke zonen en was een tevreden mens.
Maar op de avond van zijn  vijftigste verjaardag, waarbij traditioneel teveel gegeten en gedronken werd, zakte hij in elkaar. Met zwaailicht en sirene werd hij naar het ziekenhuis gebracht, waar hij opgekalefaterd werd en de boodschap meekreeg, minder te eten en meer te bewegen.
Giel had de waarschuwing goed begrepen en haalde zijn oude fiets uit de schuur.
Hij liet hem opknappen bij de fietsmaker en besloot in het vervolg alleen nog maar de fiets te nemen.
Het eerste ritje ging naar het winkelcentrum voor een zak kattengrit .
Giel stapte met zijn aankoop op de fiets, maar na vijftien meter zakte het stalen ros krakend in elkaar.
De  honderdveertig kilo van Giel had hij nog net kunnen dragen, maar de zak kattengrit was hem teveel geworden.

geschreven voor WE-300 Belasting

Loslaten

Haar dochter was net zestien geworden en samen met een groep vriendinnen ging ze voor het eerst stappen in het centrum van haar woonplaats.
Carolien was er niet gerust op. Veel te vaak hoorde ze akelige verhalen over het uitgaansleven in hun dorp.
Veelal waren het dronken jongens die meisjes lastig vielen.
Vorige week was het helemaal uit de hand gelopen, twee groepen jongeren waren met elkaar op de vuist gegaan. Een jongen lag zwaargewond in het ziekenhuis, nadat hij in zijn buik wasgestoken met een mes.
Het liefst had ze Kim thuis gehouden, maar je kon kinderen nu eenmaal niet vastbinden. Loslaten, het moeilijkste hoofdstuk uit het boek dat ouderschap heette.
Kim had haar beloofd voor halfeen thuis te zijn. Gelukkig waren ze met een grote groep, maar het laatste stuk zou ze toch alleen moeten fietsen.
Rond elf uur deed Carolien de lampen uit. Ze liet er eentje in de keuken branden, zodat Kim gemakkelijk haar weg kon vinden.
Jan lag al op een oor. Hij was vrachtwagen chauffeur en moest er de volgende morgen al vroeg uit.
Carolien lag met open ogen en klaarwakker naast hem. Jaloers luisterde ze naar zijn regelmatige ademhaling. Hoe kon hij rustig slapen, terwijl hun dochter nog niet thuis was.
Ze moest toch in slaap gevallen zijn, want ineens stond de wekker op vier uur.
Jan was al weg.
Ze schrok. Ze had Kim niet thuis horen komen.
Ze vloog uit bed en het hart bonkte haar in de keel, toen ze Kims lege bed zag.
Ze pakte de telefoon en zenuwachtig toetste ze het nummer van haar dochters mobiel in.
‘Met Kim.’ hoorde ze de slaperige stem van haar dochter.
‘Met mama, waar ben je?’
‘Boven, in de logeerkamer. Laura bleef toch slapen? Er was niets aan, om kwart over twaalf waren we al thuis.’

 

Een ouwetje, dit keer, maar nog steeds actueel.

Hieperdepiep!

En al weer een hieperdepiep.
Vandaag een driedubbele voor Baksteen, want niet alleen is hij vandaag jarig, zesentwintig is hij geworden, maar gister heeft hij zijn diploma voor de politieopleiding mogen ontvangen en was hij ook nog eens een halfjaar getrouwd met San!

Dus allemaal een driedubbele hieperdepiep voor Baksteen………
Hoera! Hoera! Hoera!!!

Minder wordt meer!

Het is vastentijd, de periode tussen carnaval en Pasen.
Nu heb ik niet zoveel met carnaval, maar met Pasen des te meer.
Vasten heb ik nooit gedaan. Om je de waarheid te zeggen, wist ik nooit van die vastentijd af, tot een paar jaar geleden steeds meer mensen in mijn omgeving werkelijk minderden.
Nu las ik laatst een opmerking bij iemand op facebook.
‘Bij vasten draait het om minder. Waarom draaien we het niet om en leggen we de nadruk op meer?’
Een verrassende insteek, want met meer bedoelde ze natuurlijk niet meer eten en drinken, maar meer aandacht voor elkaar.
Een bezoekje, een kaartje een bloemetje. Delen.
Een prima idee. Ik denk dat we zo allemaal beter worden van de vastentijd en dan wordt minder ineens meer!

Ik ben er nog……

En dan ineens is de blog-fut er een beetje uit.
In de eerste plaats moet ik daar Rizzo de schuld van geven, omdat deze ondeugd me aardig bezig houdt.
Waar zit ze? Wat doet ze? En vooral: zullen we eens lekker spelen of gezellig een ommetje maken?
Daar draait het hier momenteel zo’n beetje om.
Verder  hebben we enorm veel verjaardagen en is het even druk op kantoor.
Al met al redenen waarom ik de laatste tijd wat minder op het web te vinden ben en dat vind ik jammer, want niet alleen komt er van schrijven niet veel, van reageren is bijna helemaal geen sprake meer.
Mijn lijst met ‘nog te lezen blogs’ groeit onheilspellend en ik wil ze allemaal echt nog lezen.
Kortom: ik ben er nog wel, maar even iets minder.
Dan ga ik nu even een hondje uitlaten, voordat ik weer kan dweilen.
Tot ziens!!

Hieperdepiep

En weer een hieperdepiep, want vandaag is An jarig, de vrouw van Worm.
Lieve An, van harte gefeliciteerd met je verjaardag en ik zie je vanavond!!
Dikke kus!!

Annet, als je dit leest: gefeliciteerd met je dochter!! 😉