Eloise

Met een klap sloeg ze de deur van haar atelier dicht.
Eloise was woedend. Wat dacht hij wel niet, die arrogante kwast.
Ze hadden duidelijk afgesproken dat zij drie schilderijen en twee sculpturen zou leveren voor de expositie in het gemeentehuis van Hattem. En nu bleek dat er nog maar één schilderij en één sculptuur geëxposeerd zou worden.
Te gedateerd, had de wethouder gezegd.
Hoe durfde hij. Jarenlang had ze tot een van de grootste kunstenaars van de provincie gehoord. Wat? Van het land!
Zij: Eloise Meijer was een begrip.
Ze gooide haar rode krullen achterover en bond er een gekleurde sjaal doorheen.
Waarom was ze ook ooit in dit gat gaan wonen, ze haatte het.
Ze had hier ook nooit lang willen blijven, maar het atelier was perfect en toen ze eenmaal zwanger was geraakt en haar dochter was geboren, was ze hier blijven hangen.
Ze liep naar de keuken om wat te drinken te pakken en zag het lichtje van haar antwoordapparaat oplichten. Terwijl ze een glas wijn in schonk luisterde ze de boodschap af.
Het was haar dochter Bianca, ze wilde graag haar nieuwe vriend aan haar voorstellen. Of volgende week zaterdag haar uit kwam.
Ze was benieuwd. Tot nu toe had Bianca nog maar een vriendje gehad en die had haar na drie jaar gedumpt voor een van haar vriendinnen.
Eloise begreep niet hoe ze aan zo’n dochter kwam. Ze snapte niets van haar. Net zo min als ze haar zus Aagje begreep.
Aagje was haar één jaar jongere zus, maar had zich altijd verantwoordelijk voor haar grote zus gevoeld.
Aagje deed altijd goed haar best op school, terwijl Els, zoals ze toen nog heette, amper op school te vinden was. Zij hing liever met haar vriendinnen rond.
Wanneer Els ’s avonds veel te laat thuis kwam, had Aagje er voor gezorgd dat de achterdeur openstond, zodat ze stiekem naar binnen kon glippen. Ze hoefde dan niet te luisteren naar een  preek van haar moeder en aanhoren dat ze een voorbeeld moest nemen aan Aagje, saaie Aagje.
Op haar negentiende was Els het huis uitgevlucht, had haar naam veranderd in Eloise en was op een klein kamertje in Amsterdam aan haar kunstenaarscarrière begonnen. Ze was succesvol geweest, een veel gevraagd artiest in binnen en buitenland. Aan haar vrije leventje was na tien jaar een einde gekomen, toen bleek dat ze zwanger was. Ze wist niet wie de vader van haar kind was. Het kon Jean-Paul zijn, of Angelo of zelfs Freek. Ze had geen idee. Uiterlijk had het kind veel op haar geleken: blanke huid en een enorme bos rode krullen, maar haar karakter had ze beslist van Aagje geërfd.
Na de geboorte van Bianca, was Eloise in een depressie geraakt. Aagje had een paar weken vrijgenomen van haar werk op een middelbare school en had voor haar en de baby gezorgd. Ook daarna had Aagje zich vaak over haar nichtje ontfermd, zodat Eloise haar handen vrij had om te werken of om op reis te gaan. Ze bezocht dan exposities van bevriende kunstenaars en ontmoette daar weer nieuwe. Ze had veel relaties gehad, zelfs nog met Dali, niet de grote, maar een achterneef. Maar toch, het klonk goed.
Haar laatste vlam was Heinz geweest. Hij woonde in Wenen, maar na drie maanden had ze het wel met hem gezien en was ze weer in Hattem neergestreken. Dat was nu al weer vijf jaar geleden. Ze realiseerde dat haar grote dagen voorgoed voorbij waren.
En nu kwam Bianca dus haar nieuwe liefde aan haar voorstellen.
Ze had geen zin om te koken en besloot Chinees te bestellen. Zelf zou ze toch niet zoveel eten, want ze had al een tijdje last van haar maag en darmen.
Klokslag zeven stonden ze voor de deur. Ze had niet anders verwacht: Bianca was altijd precies op tijd geweest.
Tevreden zag Eloise dat haar dochter een goede vangst gedaan had. Niet alleen zag hij er goed uit, maar hij was ook bijzonder onderhoudend in zijn gesprekken. Bovendien waren ze overduidelijk stapelgek op elkaar. Een steek van jaloezie ging door haar lijf.
Niet dat ze haar dochter de liefde misgunde, maar ze besefte dat ze zelf iemand miste die echt om haar gaf en niet alleen uit was op een pleziertje. Zelfs Aagje had uiteindelijk haar grote liefde gevonden in die lange zeeman.
Lang nadat het jonge stel weer huiswaarts was gekeerd lag Eloise nog wakker in haar bed. Ze kwam tot de conclusie dat ze weliswaar een leuk leven had geleid, maar uiteindelijk eenzaam achter bleef. Zelfs haar dochter had het beter naar haar zin bij haar tante, dan bij haar eigen moeder.
De volgende morgen was ze al weer vroeg wakker. Het eten van de vorige avond had haar geen goed gedaan. Ze had darmkrampen en was misselijk. Na een week had ze nog steeds dezelfde klachten en toen bleek dat ze ook nog eens bloed in haar ontlasting had, besloot ze naar de dokter te gaan.
Die verwees haar direct door naar het ziekenhuis voor een onderzoek. Eloise had het niet op ziekenhuizen en dokters. Ze was er altijd met een grote boog omheen gelopen. Zelfs toen haar moeder ernstig ziek was, had ze het niet op kunnen brengen om haar te bezoeken en had de verzorging aan haar zus overgelaten.
Ze haalde diep adem, belde Aagje op en vroeg haar om mee te gaan. Die aarzelde geen moment en de middag voor het onderzoek stond ze bij haar zus op de stoep. Ze was meegegaan en toen bleek dat Eloise een tumor in haar darmen had en geopereerd moest worden week ze niet van haar zijde. Ook tijdens de chemokuur was Aagje haar steun en toeverlaat.
Na een paar maanden bleek dat Eloise niet meer beter zou worden. Aagje stelde voor, dat ze bij haar en Simon in huis zou komen om te sterven.
De zussen waren bijna de hele dag samen. Soms spraken ze uren achter elkaar om daarna een tijd lang te zwijgen.
De vrienden van Aagje waren háár vrienden geworden. Ben, de groenteman en zijn vrouw Hettie, Leon, het wonderkind. Zelfs de buurman van Aagje, Peter de broer van Simon, kwam regelmatig langs voor een praatje.
Hoewel Eloise steeds zwakker werd, ervoer ze dat dit de beste tijd van haar leven was geweest.
Ze stierf op een mooie voorjaarsdag in april. Omringd door haar familie: Aagje, Simon, Bianca en Willem. Ze waren er bij geweest toen ze haar ogen voor altijd sloot.
Met tranen in haar ogen kuste Aagje haar zus vaarwel. “Lieve Els, eindelijk rust.”
In de Hattemer Courant werd op de kunstpagina een klein artikel aan de kunstenares Eloise gewijd. Ze hadden er een onduidelijk fotootje bij geplaatst. Waarschijnlijk zou ze binnen een paar jaar vergeten zijn.
Op het dressoir bij Aagje en Simon, stond, naast de foto van haar moeder, een grote foto van een levendige Els.

 

 

 

 

 

 

 

Zeg het maar: