Aagje, slot

Aagje moest nog een aantal dagen in het ziekenhuis blijven.
De eerste dagen sliep ze heel veel, maar iedere keer als ze wakker werd merkte ze dat er iemand naast haar bed zat.
Meestal was het Simon, maar soms werd hij afgelost door familie of een van haar vrienden.
Gelukkig ging het steeds beter met haar. De hoofdpijn werd minder en de verwachting was dat ze aan het einde van de week weer naar huis mocht.
Hester had alle tijd die ze kon missen, doorgebracht bij Aagje.
Ze bleef zich verbazen over de trouw van de bezoekers. Daarnaast had Aagje heel veel post gekregen. De muur achter haar bed hing vol met kaarten en briefjes en iedere dag kwamen er meer bij.
Zelfs uit het buitenland was er post gekomen. Een kaartje uit Engeland en eentje uit Amerika.
Simon had gegrapt dat de brief van de Obama’s vast nog zou komen.
Hij had Hester het verhaal verteld over de weggelopen hond van de president. Hester moest van verbazing even gaan zitten. Op de thee in het Witte Huis?
En haar verbazing werd nog groter toen ze alle verhalen hoorde van het bezoek dat in de wachtruimte zat.
Zo hoorde ze dat Aagje en Simon een moord hadden voorkomen. Dat Aagje de drijvende kracht was geweest achter Leopard Leon, het Nederlandse hardloop talent in de Verenigde Staten.
Ontroerd had ze de verhalen van Bianca gehoord, het nichtje van Aagje. Aagje was een tweede moeder voor haar geweest. Ze had altijd terug kunnen vallen op haar tante.
Sylvia en Arjan waren dankbaar omdat Aagje voor hen een tweede kans had gecreëerd.
En zo waren er nog veel meer verhalen, waaruit bleek dat Aagje Meijer veel betekende voor de mensen om haar heen.
Lange tijd had Hester niet meer geloofd in de goedheid van de mensen, maar deze vrouw had haar lichtje weer aangestoken.
Het was jammer, dat ze Aagje waarschijnlijk niet meer zou zien, maar ze zou altijd met warmte aan dat kleine vrouwtje terug denken.

Aagje werd wakker uit haar slaap.
Naast haar bed zaten Bianca en Willem.
Bianca had de hand van Aagje gepakt.
‘Dag, lieve tante, heeft u lekker geslapen?’
‘Heerlijk, lieverd. Maar het wordt tijd dat ik weer naar huis ga, ik word zo nog een verschrikkelijke luilak.’
‘Doe nu maar rustig aan. We zijn blij dat u er nog bent, we willen u nog lang niet kwijt.’ zei Willem.
Bianca had tranen in haar ogen.
‘Wat is er meisje.’ vroeg Aagje bezorgd. ‘Ik ben toch weer helemaal oke?’
Bianca glimlachte door de tranen heen
‘Het zullen de hormonen wel zijn.’
Vragend keek Aagje haar aan.
‘Hormonen?’
‘Ja, tante Aagje, Willem en ik krijgen een kindje en ik was zo bang dat het zonder oma op zou moeten groeien.’ De tranen stroomden nu over de wangen.
Willem nam het over. ‘We zouden het heel fijn vinden als ons kindje u oma mag noemen.’
Net op dat moment kwam Simon binnen. Hij zag zijn vrouw met rode wangen in het bed zitten, haar arm om haar huilende nichtje geslagen.
‘Hoor je dat Simon? We worden opa en oma!’ zei Aagje opgetogen. ‘Nu heb ik nog een extra reden om snel weer op de been te zijn. Jullie hebben geen idee hoe gelukkig jullie me met dit bericht maken.’
Simon feliciteerde het aanstaande ouderpaar en stuurde ze toen de ziekenkamer uit. Aagje had rust nodig, vond hij. Hij waakte als een leeuw over zijn kostbaarste bezit.

Hester nam die middag alvast afscheid van Aagje.
De volgende dag had ze vrij, juist op de dag dat mevrouw Vermeulen ontslagen zou worden.
Simon en zijn broer Peter waren net op bezoek, toen Hester gedag kwam zeggen.
‘Ik zal u missen, mevrouw Vermeulen. U bent een heel speciale patiënt voor me geweest.’
Hester had moeite om haar tranen de baas te worden.
‘Maar lieverd, je bent altijd van harte welkom in ons huis. Je hebt zo goed voor me gezorgd.
Weet je wat? Zondag haalt Peter je op en dan kom je gezellig een kopje koffie drinken. Is dat goed Peter?’
Peter werd rood. ‘Ja, natuurlijk…dat komt voor elkaar.’
Aagje glimlachte, ze had het dus toch goed gezien dat Peter en Hester elkaar wel erg leuk vonden.
‘Dat is dan een afspraak.’glunderde Hester, ze gaf Aagje een hand. ‘Dan zien we elkaar zondag. Pas goed op uzelf.’
Peter liep met haar mee de gang op, hij moest natuurlijk wel weten waar hij Hester op moest halen.
Simon schudde zijn hoofd.
‘Kon je het weer niet laten, mevrouw Vermeulen?’
Aagje keek hem onschuldig aan.
‘Hoe bedoel je?’
‘Die twee aan elkaar te koppelen.’
‘Ik geef ze alleen maar een klein zetje de goede richting op, dat is alles. Als ik jou niet dat ene kleine zetje had gegeven door naar het ziekenhuis in Marseille te komen, dan waren we nu nog steeds alleen maar goede buren geweest. De meeste mensen hebben gewoon een duwtje nodig, de rest kunnen ze zelf wel.’
Simon gaf haar voorzichtig een kus.
‘Aagje Meijer, je bent een heel bijzondere vrouw en ik weet zeker, dat ik niet de enige ben die er zo over denkt.’

Zeg het maar: