Bianca

Bianca was buiten adem, haar benen brandden, maar ze moest verder.
Alle trappen op naar haar zolderkamer, waar Marco op haar wachtte.
Ieder keer dat ze dacht de laatste trap te hebben gehad, moest ze er nog eentje omhoog.
In haar achterhoofd sluimerde de angstige gedachte dat ze Marco nooit zou bereiken.
Van veraf hoorde ze haar naam noemen: “Bianca, liefje.” Maar het was niet de diepe stem van Marco, maar de zachte stem van haar tante.
Bianca werd wakker en realiseerde zich dat ze op het logeerbed van haar tante lag.
Marco was verleden tijd, hij had haar in de steek gelaten voor een van haar vriendinnen. De laatste tijd was een aaneenschakeling van narigheden geweest. Eerst had ze de ziekte van Pfeiffer gekregen, waardoor werken op de basisschool onmogelijk werd, daarna had Marco haar verlaten en tenslotte had de huisbaas de huur van haar zolderkamer opgezegd.Ze had het allemaal niet meer zien zitten en wist maar een persoon waar ze naar toe kon gaan: tante Aagje.
Tante Aagje was de enige zus van haar moeder, maar ze waren absolute tegenpolen. Tante Aagje al jaren dezelfde, met haar geruite rok en grijze twinset. Zorgzaam, belangstellend en betrouwbaar.
Haar moeder daarentegen was een flamboyante verschijning in haar exotische gewaden. Ze was kunstenares, maakte schilderijen en sculpturen. Was altijd druk met feestjes of zat in het buitenland. Ze had de ene relatie na de andere. Bianca had geen flauw idee wie haar vader was. Haar moeder was daar altijd uitermate vaag over geweest.
Behalve haar rode bos krullen en blanke huid, had Bianca maar weinig gemeen met haar moeder. Ze was dan ook van kleins af aan zo veel mogelijk bij haar tante geweest.
“Bianca liefje, ben je wakker?“ tante Aagje stond naast haar bed met een dienblad met daarop een licht ontbijtje.
“Hoe is het meisje, lekker geslapen?”
“Een beetje vervelend gedroomd, maar verder wel aardig geslapen.” antwoordde Bianca.
“Eet maar lekker je ontbijtje en als je eraan toe bent kom je maar naar beneden. Simon en ik zitten in de tuin.” Tante Aagje streek haar over haar haren en verliet de logeerkamer.
Bianca moest glimlachen. Simon the Sailorman, zoals ze hem noemde, was een klein jaartje geleden met tante Aagje getrouwd, niemand had er ooit nog rekening meegehouden dat Mejuffrouw Meijer zou trouwen. Maar ze waren een bijzonder gelukkig stel. In de wintermaanden werkte Aagje op de middelbare school en in de zomermaanden trokken ze er samen met de zeilboot of de kever op uit.
Nadat ze gegeten en gedoucht had, vond Bianca haar tante en oom in de tuin aan de koffie.
Tante Aagje had al een kopje voor haar neergezet en stelde voor om vanmiddag naar het sportveld te gaan. Daar werden de atletiekwedstrijden gehouden en een leerling van haar, Leon, maakte een grote kans clubkampioen te worden.
Bianca had er niet zo veel zin in gehad, maar om haar tante een plezier te doen, besloot ze mee te gaan.
Op het sportcomplex maakte ze kennis met de moeder van Leon en de plaatselijke groenteman Ben. Die twee leken het aardig met elkaar te kunnen vinden en tante Aagje troonde haar mee naar de kantine voor een glaasje fris.
Daar werd ze voorgesteld aan de zoon van Ben. Hij was de trainer van Leon, legde Aagje uit, en werkte als gymleraar op haar school.
Het was een vriendelijke jongenman, een kop groter dan Bianca met donker krullend haar en blauwe ogen. Ze konden maar even praten, want Willem had nog meer pupillen onder zijn hoede.
Het werd een heerlijke dag, het zonnetje brak door en Leon werd met gemak clubkampioen.
In de weken die volgden, kwam Willem regelmatig even langs aan de Groenlingstraat. Soms kwam hij iets brengen van school, had hij een vraag aan tante Aagje die hij niet per telefoon af kon handelen, of hij moest een boek lenen. Bianca betrapte zich erop dat ze naar zijn bezoekjes begon uit te zien. Op een dag stond hij weer voor de deur. Hij had informatie over een atletiekstudiebeurs voor Leon, daar had tante Aagje om gevraagd. Zij en Simon waren die dag toevallig met de boot weg, maar Bianca vroeg hem binnen voor een kop koffie. Ze praatten wat over het weer en over de ontluikende relatie van Ben en Hettie. Toen het tijd werd om op te stappen, vroeg Willem of zij misschien zin had om met hem meet te gaan naar een schoolfeest. Ze hadden een vrolijke avond gehad en na dit avondje volgden er meer. Een etentje of een avondje naar de film. Marco was al bijna vergeten. Na hun vierde etentje, had Willem haar gezegd, dat hij verliefd op haar was geworden. Ze had hem geantwoord dat ze ook erg op hem gesteld was geraakt en toen hij haar thuis bracht hadden ze gezoend.
In mei gingen ze een paar dagen naar Parijs.
Ze slenterden langs de Seine, bewonderden de Notre Dame en de Arc de Triomphe. Op hun laatste dag zouden ze de Eiffeltoren gaan bekijken. Bianca was al weer voldoende hersteld en ze besloten niet de lift, maar de trap te nemen.
Maar halverwege kreeg Bianca spijt van hun keuze. Ze begon moe te worden, haar benen brandden en net als ze dacht dat ze er was, kwam er weer een nieuwe verdieping.
Willem was haar vooruitgesneld, de uitslover.
Toen ze eindelijk boven was, kon ze Willem niet direct vinden. Ze keek om zich heen en tot haar verbazing zag ze tante Aagje, oom Simon, Ben de groenteboer en Hettie zijn verloofde staan. Voor hen zat Willem, hij was op zijn knieën gezakt en had een klein doosje in zijn hand.
“Lieve Bianca, ik weet dat je een moeilijke tijd achter de rug hebt,” begon hij, “maar ik weet ook dat er een gelukkige toekomst voor ons ligt. Wil je mijn vrouw worden?” Bianca hoefde niet lang na te denken: “Ja!” antwoordde ze en viel hem in de armen en bedolf hem onder haar kussen.
Ze hadden geen oog meer voor hun omgeving en het applaus van hun familie en de omringende toeristen ontging hun helemaal.

 

 

 

 

 

 

 

 

Zeg het maar: