Nancy

Nancy trok haar natte waxcoat en handschoenen uit en hing ze over een stoel. Daar konden ze een beetje drogen door het warme haardvuur, dat haar ook behaaglijk verwarmde.
Het was eind november en ze waren een weekendje aan de kust van Cornwall.
Haar grootmoeder kwam daar vandaan en Nancy was er al jaren niet meer geweest.
Ze keek eens om zich heen in de kleine donkere pub. Er waren niet veel gasten. In de hoek zat een ouder echtpaar en aan de bar zaten een paar mannen zwijgend hun ‘pints’ naar binnen te werken.
Peter was naar de bar gelopen om een Irish-coffee voor haar te bestellen. Hij had gezegd dat ze alvast een plaatsje moest zoeken.
Ze keek verliefd naar hem.
Wat had ze toch een knappe man. Hij zag er zo goed uit in zijn crèmekleurige coltrui.
Hij was gebruind terug gekomen uit Argentinië, waar hij voor zakenreis was geweest. En zijn toch al lichte haar was nog blonder geworden.
Ze was een geluksvogel. Ze had nooit begrepen waarom de veelbelovende, knappe accountant, die in hun familiebedrijf was komen werken, uitgerekend haar had uitgekozen om zijn vrouw te worden. Maar hij had haar verzekerd dat ze zo heel anders was dan dee flirten die altijd om hem heen hingen, een verademing.
Het laatste halfjaar, had ze gedacht dat hij een ander had. Hij deed geïrriteerd tegen haar en hij was veel vaker weg dan normaal. Af en toe kreeg hij geheimzinnige telefoontjes.
Maar sinds hij terug was uit Zuid-Amerika was alles weer beter gegaan.
Hij had haar verteld, dat het bedrijf door de financiële crisis in zwaar weer was gekomen, maar dankzij de geslaagde deal in Argentinië zou er binnenkort een flink kapitaal loskomen.
Peter had voorgesteld om dat te vieren met een weekendje Cornwall.
Helaas viel het weer erg tegen. Het waaide en regende vrijwel voortdurend.
Maar ze hadden het fijn samen. Gisteravond hadden ze voor het eerst sinds lange tijd weer gevreeën.
Peter kwam aangelopen met een Irish-coffee voor haar en een cognac voor zichzelf.
“Alsjeblieft, de whisky zal je snel weer warm maken.” zei hij terwijl hij de drank voor haar neerzette.
Eigenlijk kon ze niet zo goed tegen sterke drank, maar Peter had gezegd dat er maar weinig whisky in de koffie zat. Ze zou er nauwelijks iets van merken, maar wel lekker opwarmen.
Een halfuurtje later, besloten ze het er op te wagen en het weer te trotseren.
Nancy wilde graag de kliffen zien, waar zij als klein kind zo vaak geweest was, wanneer ze bij haar oma op bezoek was. Dat had ze al vaak tegen Peter gezegd.
“Weet je het zeker, schat?” vroeg Peter “Het weer is niet zo best en het is zeker twee kilometer lopen.”
“Lieverd, we zijn er nu zo dichtbij. Ik ben opgewarmd door het vuur en de whisky, dus kan ik er weer tegenaan.”
Ze liepen stevig gearmd richting kliffen.
Nancy wilde dat ze de Irish-coffee niet zo snel had opgedronken. Ze had een licht gevoel in haar hoofd en haar benen voelden loodzwaar aan.
Het was gelukkig droog geworden, al beloofde de zware wolken nog veel meer regenval.
Na een flinke wandeling waren ze bij de kliffen aangekomen.
Er was geen mens in de wijde omtrek te zien, ze waren moederziel alleen.
Nancy genoot van het uitzicht.
Peter liep een stukje dichter naar de rand.
“Kijk uit, schat,” waarschuwde ze hem “niet te dicht bij de rand, straks val je nog.”
“Het is hier prachtig!” riep Peter “Je moet echt even kijken. Kom maar, ik hou je goed vast.”
Hij pakte haar hand en langzaam schuifelde Nancy naar voren. Net toen ze een voorzichtige blik over de rand wilde werpen, voelde ze een stevige duw in haar rug.
Ze verloor haar evenwicht en viel in de diepte.

wordt vervolgd

Zeg het maar: