Mike

Mike was een gelukkig man. Hij was nu vijftig en kon niets anders concluderen.
Hij was opgegroeid in een muzikale familie.
Zijn broers en zussen zongen in de familie band, waar hun vader manager van was.
Mike was de jongste en kon leuk zingen, maar daar bleef het bij, echt talent had hij niet.
Zijn broers en zussen hadden wel eens medelijden met hem gehad omdat hij zo’n buitenbeentje was.
Terwijl zij op tournee waren, moest Mike naar school en maakte hij huiswerk met zijn vriendjes.
Toen zij beroemd werden, moest Mike zijn geld verdienen als medewerker van een postkantoor.
Hadden zijn broers en zussen de ene relatie na de andere: Mike was keurig getrouwd met zijn jeugdliefde en had drie kinderen bij haar gekregen.
Hij was vijftig, zijn donkere krullen werden grijs en aan het einde van het jaar zou hij opa worden.
Heerlijk, dan kon hij weer met een kind naar het pretpark, waar hij ieder jaar naar toe was gegaan met zijn kinderen, totdat ze zich er te groot voor voelden.
Ja, Mike was een gelukkig man.
Helaas de waarheid is anders, had Michael Jackson maar iets minder goed kunnen zingen.