I had a dream

Ik droom niet vaak, tenminste: ik kan me de meeste dromen niet herinneren.
Maar vannacht had ik wel een heel vreemde droom. Komt ie:

Ik ben met mijn man en twee dochters op vakantie in Turkije (nooit geweest, ook geen plannen daarvoor). Het is een bewolkte dag, maar we besluiten toch maar naar het strand te gaan.
We gaan met de auto. Wanneer we twintig minuten onderweg zijn, beginnen de meiden achter in de auto te kibbelen. Ik laat ze maar, het gaat wel weer over. Maar mijn man heeft er schoon genoeg van en wordt boos op mij, omdat ik er niets van zeg, bovendien heb ik ze ook nog niet ingesmeerd. Ik zie dat ik een flesje water en zonnebrand in mijn hand heb. Ik zeg dat ik ze nu toch niet in kan smeren, omdat ik er niet bij kan. Maar manlief blijft mopperen. Ineens ben ik het zat en zodra we bij een stoplicht staan, stap ik uit de auto. Zo dat zal ‘m leren, hij zal zo wel terug komen. Maar dat gebeurt niet en dan kom ik tot de ontdekking dat het een eenrichtingverkeerweg is en in de verste verte is er geen andere weg te bekennen. Oeps.
Naast de weg staan allemaal huizen. Eén plek is onbebouwd. Daar staan wat klapstoeltjes en een enkele tafel, een soort terrasje. Op het terras heb je een wijds uitzicht over een dal. Ik neem plaats en kijk om me heen. Ik zie een oude vrouw, tandeloos bekkie, schort voor, de dikke benen wijd; een type die je wel meer ziet in de Mediterrane streken. Verder zit er nog een Japanner hij draagt een dikke bril, ochtendjas en geblokte pantoffels (?).
Dan komt er een blonde vrouw aanlopen en vraagt me in het Nederlands wat ik hier doe. Ik vertel haar mijn verhaal. Ik zeg haar dat ik geen telefoon bij me heb en ook het mobiele nummer van mijn man niet weet. Zij biedt me aan haar telefoon te gebruiken en loopt haar huis binnen, dat -hoe wonderlijk- op de plaats staat waar eerder de afgrond begon. Ze komt naar buiten met een mini laptop. Ik kan gewoon mijn vraag mailen naar ons huisnummer en mijn dochter (die eerder nog achter in de auto ruzie maakte met haar zusje) spreekt een antwoord in. De verbinding is waardeloos en ik hoor alleen iets van oe-a-oe-a. Niet te begrijpen dus.
Ik ga weer naar mijn stoeltje en zie tot mijn verbijstering dat de Japanner mijn flesje water leeg heeft gedronken, de stiekemerd. Al die tijd heb ik mijn gele flesje zonnebrand stevig in de handen. De oude vrouw ratelt iets tegen me, maar ik zeg in mijn beste Frans: ‘Je ne comprende pas Italiano,’ die mevrouw geen Frans en Italiaans, dus onze conversatie loopt op niets uit.
Dan hoor ik een oorverdovend geluid: een vliegtuig scheert rakelings over ons heen. Het lijkt een reuze sportschoen met blauwe bindingen, die je ook wel aan skeelers ziet. Oei, dat gaat niet goed, denk ik en verwacht ieder moment een flinke knal. Maar dan zie ik dat er aan de andere kant van de weg ook een dal licht. Het vliegtuig gaat rakelings over een stel dat op een brommer staat te wachten voor rood licht. Rood/wit gestreept trainingsjasje aan, de haren wapperend onder de witte helm door de druk van het vliegtuig.
Het toestel landt op een draaiplateau, staat dan ook ineens stil en draait nog driemaal rond op het plateau. Oef, dat ging net goed denk ik, maar anderen om me heen zeggen dat het foute boel is, ze zien al doden liggen. Ik zie niets, maar ja, ik snap inmiddels helemaal niets meer van de hele situatie waarin ik verzeild ben.
Ik kijk nog eens naar het gele flesje zonnebrand, dat ik nog steeds in mijn rechterhand klem en word langzaam wakker.

Nou wat vind je er van. Voer voor psychologen of niet? Het meest benieuwd ben ik naar waarom dat flesje zonnebrandmiddel zo belangrijk voor me is.Wie helpt me uit de droom?