HIERRRRR!!!!!!!!

Al een paar weken ga ik met Rizzo naar de puppycursus.
Het is niet het braafste meisje van de klas, wat wil je ook als je als tamelijk ongehoorzame terriër tussen  van nature goedluisterende golden retrievers zit.  Toch heeft ze al aardig wat geleerd.
Het commando ‘hier’ bijvoorbeeld. Binnenshuis een tien, in de tuin een acht, maar loslopend een dikke onvoldoende.
Wij wonen op de Veluwe, dicht bij bos en hei. Wat is er mooier voor een hond dan uren over de hei te zwerven met je baas aan je zijde? Niets zou je zeggen. Toch denkt Rizzo daar heel anders over: het vrouwtje is wel leuk en de snoepjes in de zak houden de pup aardig op het rechte pad, maar komt er een ander creatuur (mens of dier) in beeld, dan is ze alles spoorslags vergeten en kan ik HIERRRRRRRRR!!!! roepen tot mijn broek er van af zakt. Geen pretje dus met een hondje dat net zo groot is als een doorsnee konijn en bovendien een schutkleur heeft. Die vind je gewoon niet meer terug. Nee, dan is het fijner om met kleinhond Beagle naar de hei te gaan. Die heeft welliswaar het nadeel dat ze loeit als een sirene, maar je hoort en ziet haar tenminste wel. Bovendien is Beagle het slimste meisje van de klas, wat betreft het commando ‘hier’. Ook al speelt ze met een andere hond, één keer HIERRRR en daar komt ze aan gerend. Het geeft me een heerlijk gevoel van macht en ik gebruik het regelmatig, gewoon omdat het zo leuk is.
Ook vanochtend ging het perfect ik had de laatste R nog niet uitgesproken of Beagle zat al naast me, hunkerend naar de beloning.
Totdat ik haar zomaar kwijt was, in een fractie van een seconde was ze verdwenen.
‘Oh kak!’ zei ik, want je eigen hond kwijt raken is niet leuk, maar die van een ander vreselijk.
Ik roepen en roepen, maar geen Beagle.
In de verte hoorde ik geblaf, maar niet het karakteristieke geloei van Beagle de Beagle. Er toch maar heen gelopen en ja hoor, daar lag ze te stoeien met twee andere honden.
Opgelucht haalde ik adem en mijn hartslag daalde weer naar een acceptabel ritme.
Beagle kwam vrolijk kwispelend op me af gehuppeld, ze had me waarschijnlijk niet eens gemist.
Ik besloot dat het tijd was om naar huis te gaan en zette de tegenstribbelende hond in de achterbak.
Terwijl ik wegreed, sprak ik mijn kleinhond nog even vermanend toe.
‘Beagle, dit moet je nooit meer doen, want daar krijgt oma grijze haren van.’
‘Woef.’ klonk het  deemoedig uit de achterbak.
Even later trok de zure lucht van een hondenscheet door de auto en kreeg ik het idee dat ze er gewoon schijt aan had.