Met de kennis van straks

Dit gaat een ander blog worden dan je van mij gewend bent. Geen mooi verhaal met een twist. Deze blog, diep uit het hart, heb ik al een tijd lang willen schrijven, maar de lef ontbrak. Tot nu. lees het, of niet. Je hoeft het niet met me eens te zijn, maar denk er eens over na.
Daar gaan we…

Mondjesmaat komt naar boven dat de maatregelen rond de pandemie niet alleen veel te fors waren, maar ook niets hebben uitgehaald. Er wordt zo links en rechts wat over gesproken en halfslachtige excuses verzonnen onder het mom van: ‘Met de kennis van nu hadden we… bla bla bla’
Wel lieve mensen, die kennis van nu was er in 2020 al!
Artsen, wetenschappers, dansleraren en ander volk zeiden vanaf het begin af aan al dat het niet klopte. Alleen werden die niet uitgenodigd aan tafel bij talkshows, in tegenstelling tot een Marion K. of een Ab O. die avond aan avond hun onheilspellende praatjes konden houden en zo de bevolking in een angstgreep hielden.  Het tegengeluid werd gecensureerd, geridiculiseerd. Artsen kregen hoge boetes of werden gedreigd de licentie te verliezen als ze goed werkende medicijnen uitschreven of terughoudend waren ten opzichte van de nieuwe gen-therapie. Protesterende ‘Wappies’ werden meer dan hardhandig door de politie uit elkaar gedreven. Dat het (gemanipuleerde) virus uit een lab kwam, de mortaliteitsgraad sterk was overdreven. Lockdowns, avondklok, handen stuk wassen en mondkapjes niet hielpen was al snel bekend, maar de media hield de mond, schaarde zich achter het narratief van de overheid en verkondigde eenzijdig het nieuws.

En dan nu ineens: ‘met de kennis van nu’… maar geen excuus naar artsen en wetenschappers die hun nek uitstaken en gefileerd werden door zogenaamd onafhankelijke fact-checkers (waarvan nu blijkt dat ze gesponsord werden vanuit de farmaceutische industrie) en journalisten in de (sociale) media. Geen ‘sorry’ naar ongevaccineerden die naar de rand van de samenleving werden gestigmatiseerd. Geen eerherstel voor de ‘dansleraar’ wiens ‘complottheorieën’ steeds weer uitkomen. Geen ‘het spijt me’ of ruime vergoedingen naar ondernemers die hun bedrijf kapot zagen gaan. Geen ‘met oprechte deelneming’ naar de familie die niet bij het overlijden van hun geliefden mochten zijn. Eenzame ouderen, depressieve jongeren, bang gemaakte schoolkinderen en een samenleving die tegenover elkaar werd gezet zoeken het maar uit.

Een grote schande en met de kennis van straks kan ik nu al zeggen dat als de beerput rond de niet-werkende en onveilige injecties geopend wordt, de hele wereld in shock zal zijn.
Dat de stikstofhoax bedoeld is om bouwterreinen te genereren en vrijheden in te perken.
Dat de waarheid achter de oorlog in Oekraïne net iets anders in elkaar steekt dan verteld.
Nee, deze verhalen komen niet in de media. Wetenschappers en onderzoeksjournalisten met een andere visie worden ook nu weer verbannen, want er mag maar één verhaal verteld worden. Gelukkig worden er steeds meer mensen wakker en doorzien het bedrog. Want de waarheid is niet tegen te houden.

Het is tijd om samen op te staan. Ons niet meer laten polariseren. Niet meer zwart tegen blank, homo tegen hetero, west tegen oost. Platteland tegen stad. Schapie tegen wappie.
We zijn allemaal één. We hebben elkaar allemaal nodig. We moeten ons niet meer laten leiden door het verdeel en heers principe, want daar spint (buiten de machthebbers) niemand goed garen bij.
We moeten luisteren naar elkaar. En dan mag je best een andere mening hebben, maar houdt respect en omarm elkaar. Want er is maar één mensheid.

Advertentie

Idool, een gouwe ouwe

Deze blog heb ik een aantal jaren geleden al geschreven, maar voor de WOT haal ik hem weer even uit het archief

Tijdens mijn MAVO periode had ik het aardig te pakken van Julien Clerc. De Franse chansonnier, met zijn zwoele stem en prachtige kop. Zo erg te pakken, dat ik er nog een jaartje extra Frans tegen aangooide. Want ik hield er terdege rekening mee dat ik Julien op een goede dag tegen zou komen, hij mij zijn liefde zou verklaren en dan moest ik op zijn minst toch wel verstaan wat hij zei. In de examenklas heb ik het Frans er maar uitgegooid, want dat betekende boeken lezen en dat zouden Jules en ik nooit doen. Geld voor een elpee had ik niet, maar een vriendinnetje kon de muziek wel voor mij op cassette bandje zetten. Ik verstond geen moer van de Franse teksten, ondanks mijn drie jaar Frans, en zong maar wat mee. Nooit én public’ natuurlijk, want wie weet wat ik er in mijn onnozelheid allemaal uitkraamde. Toen hij op een gegeven moment This melody in het Engels ging zingen, (Sis melody) wist ik dat het goed zou komen. We spraken tenslotte allebei Engels. Toen ik wat ouder werd, ben ik Julien uit het oog verloren, maar een tijdje geleden dook hij ineens weer op. Hij had samen met Rob de Nijs ‘This melody’ opgenomen. Even was Julien in de buurt, want Rob woont niet zover weg, dus snel mijn Frans weer opgehaald. Helaas ook deze keer niets. Wel zag ik hem langskomen op TV. Hij heeft, zoals ze dat zeggen, de tand des tijds goed doorstaan. Oftewel het is gewoon nog een verschrikkelijk lekker ding.

Equinox

Vandaag staat de zon recht boven de evenaar. De lente equinox. Dat betekent dat het overal ter wereld even lang licht als donker is. Even zijn we allemaal in balans en al lijkt die balans ver te zoeken, probeer hem ergens in je zelf te vinden.

Vanaf nu wordt het iedere dag een stukje langer licht. En dat wens ik iedereen persoonlijk ook toe, hoe donker het ook mag lijken.

Bezoek met een staartje

Jochem, Siem en Jurre waren opgetogen.
Vorige week waren ze jarig geweest. Er was veel visite langsgekomen en ze waren flink verwend.
En vandaag kwamen tante Aagje en oom Simon op bezoek.
Dat waren niet echt een oom en tante van de drieling, en ze wisten ook niet precies hoe het zat, maar ze waren wel heel aardig.
Tante Aagje zag er nogal ouderwets uit in haar grijze vestje en geruite rok. Oom Simon was een echte zeeman geweest en dat kon je wel zien. Hij had een grote baard en tatoeages op zijn arm. Hij was heel lang en kon spannende verhalen vertellen over zijn verre reizen waar de jongens geen genoeg van konden krijgen.
Marije had een feestelijke taart gebakken, die af stond te koelen op het aanrecht in de grote woonkeuken. Ze had haar zoontjes plechtig laten beloven niet van de lekkernij te snoepen.

Halverwege de ochtend reed de auto van het bezoek het erf op.
De jongens stoven naar buiten om ze te begroeten.
Aagje hield haar armen wijd gespreid om de drie te omhelzen.
‘Is dit echt de drieling?’ lachte ze naar Marije. ‘Dat kan bijna niet, die zijn toch nog niet zo groot?’
‘We zijn nu ook al zeven!’ verklaarde Jochem
‘Al supergroot,’ zei Siem en hij maakte zich nog wat langer.
‘Maar nog niet groot genoeg,’ besloot Jurre.
Nieuwsgierig liepen ze naar Simon. Die stond bij de geopende kofferbak en haalde er een flink pakket uit.
De zeeman struikelde bijna over het drietal, dat zo graag wilde weten wat er in het pak zat.
‘Eerst naar binnen,’ maande Marije.

Niet veel later stonden ze om de eettafel. Zes handen jeukten om het papier eraf te scheuren.
‘We gaan even wat afspreken,’ zei Simon ‘Julie gaan heel voorzichtig het cadeau open maken. Kunnen jullie dat?’
De drieling knikte hartstochtelijk.
‘En vooral niet schreeuwen,’
Ze schudden overtuigend het hoofd.
‘Toe dan maar,’
Voorzichtig verwijderden ze het papier en er kwam een kooi onder vandaan, waarin een klein diertje zijn kraaloogjes opende.
‘Een hamster!’ riepen ze tegelijk, harder dan ze van plan waren geweest.
‘Mogen we hem aaien?’
Simon antwoordde dat het eerst even moest wennen omdat het een beetje schuw was en van slag door de reis. Wat later zouden ze het kunnen pakken.

Marije vroeg haar gasten of ze koffie wilden.
‘Graag, maar het liefst wil ik eerst je prachtige bloementuin zien, als dat kan,’ zei Aagje. Ze was gek op bloemen en na de lange rit vond ze het wel prettig even de benen te kunnen strekken.
De drie volwassenen gingen naar buiten, terwijl de jongens rond de kooi stonden hun nieuwe huisgenoot te bewonderen.
Na een korte rondleiding door de tuin, werd het tijd voor koffie met taart.
Bram had zich intussen ook bij het gezelschap gevoegd en samen met Aagje en Simon nam hij plaats in de woonkamer, terwijl Marije voor de koffie ging zorgen.
Toen ze de keuken binnen liep, wist ze niet wat ze zag.
De jongens hadden stoelen bij het aanrecht gezet. Twee van hen waren met hun handen in de taart aan het wroeten en de ander was een waterballet aan het veroorzaken bij de kraan.
Verschrikt sloeg ze haar handen voor de mond.
‘Wat zijn jullie in hemelsnaam aan het doen?’
‘De hamster zit in de taart!’ riep Siem.
‘Wat??’
‘Jurre wilde hem pakken en toen beet hij,’ ging Jochem verder
‘En toen trok ik mijn hand terug, maar daar hing de hamster nog aan en die vloog met een zwieperd in de taart,’ snikte Jurre, die zijn pijnlijke vinger onder het koude water hield.
Inmiddels waren de anderen op het rumoer afgekomen. Marije legde snel de situatie uit en samen gingen ze op zoek naar de hamster, die even later gevonden werd achter het koffiezetapparaat.
‘Dat was niet zo handig, jongens,’ zei Simon terwijl hij de kooi goed afsloot. ‘Ik had toch gezegd een uurtje te wachten?’
Bedremmeld keek de drieling naar de grond. Ze hadden hem alleen even willen aaien, verder niets.
‘Volgens mij is hij nog heel en alleen een beetje geschrokken,’ suste Bram, die moeite had zijn lachen in te houden.
‘Net als jullie, denk ik’ zei Aagje, ‘dus lijkt het me nu een goede tijd voor koffie.’
Marije liet een zucht ontsnappen en schudde haar hoofd. Het was ook altijd wat met die drie.

De koffie werd ingeschonken en de restanten van de taart verdeeld, want het was zonde om die weg te gooien nu ze zeker wisten dat er geen hamster meer in zat
‘Ik weet wel een mooie naam voor het diertje,’ zei Simon.
De drieling keek hem verwachtingsvol aan.
‘Mazzel, want volgens mij heeft hij wel heel veel geluk dat hij hier is komen wonen en gaat hij vast veel avonturen beleven.’
En dat konden ze alle drie met volle mond beamen.

Herstart

‘Weet je nog hoe het allemaal begon?’ zei hij, meer tegen zichzelf dan tot zijn toehoorders.
‘Het was wonderlijk mooi. Heel mijn ziel en zaligheid heb ik erin gelegd.
Het licht, de kleuren, de geuren en het jonge leven. De liefde…’
‘En zie: Het licht is verduisterd, de kleuren zijn vervaagd en het stinkt er naar de dood.
Liefde is weggevaagd door hebzucht en macht.’
‘Het is klaar,’ sprak hij verdrietig maar beslist
Zijn machtige handen omvatten de wereld en verfrommelde die, als was het een propje papier.
Hij haalde diep adem.
Zijn scheppende stem klonk liefdevol:
‘Er zij licht…’

Geschreven voor One-o-One https://platoonline.wordpress.com/2023/03/13/101-maart-2023/

Sommige moeders hebben ze…

‘Hoe vaak moet ik jullie nog zeggen niet met vuur te spelen!’ streng keek Marije haar zesjarige drieling aan. Ternauwernood had ze kunnen voorkomen dat de schuur in vlammen was opgegaan. Drie vieze snoetje keken bedremmeld naar de grond.
‘We wilden een kampvuurtje maken,’ begon Jochem.
‘Om marshmallows te roosteren,’ ging Siem verder.
‘Net als met kerst,’ maakte Jurre de zin van het drietal af, ‘Alleen ging het een beetje hard, maar we hadden het wel onder controle hoor,’ en hij keek stiekem trots naar zijn broers dat hij zo’n moeilijk woord kende.
Marije zuchtte. ‘Hoe kwamen jullie aan de aansteker?’
Siem keek haar vanonder zijn lange krullen aan.
‘Die lag op de bovenste plank in de schuur,’
‘En toen hebben we twee fruitkratjes en een emmer op elkaar gestapeld,’ vervolgde een enthousiaste Jurre het verhaal.
‘En ben ik erop geklommen en heb de aansteker gepakt, zonder te vallen,’ voegde Jochem er aan toe, want vorige week was het nog een beetje misgegaan met klimwerk en was hij lelijk van een gammele constructie afgevallen.
Marije vroeg zich af hoe ze ooit boos kon blijven op haar ondernemende drietal, maar besloot toch in haar rol van strenge opvoeder te blijven.
‘Jullie gaan nu eerst op het bankje voor het huis zitten nadenken en daarna gaan jullie de rotzooi opruimen. Vort!’
Het drietal slofte naar het bankje, waar ze met tegenzin op plaatsnamen.
Oké, opruimen begrepen ze, maar nadenken? Waarover? Ze hadden toch niet expres de boel bijna in de fik gestoken? Ze wilden alleen maar een vuurtje maken voor de marshmallows.
Verveeld trokken ze met hun schoenen strepen in het grind.
Vanuit het keukenraam had Marije een mooi zicht op de jongens. Wat was ze blij dat ze op een boerderij woonden en niet in een stad of nieuwbouwwijk. Ze konden hier eindeloos hun gang gaan, zonder ernstige gevolgen. Soms mijmerde ze over een schattig meisje, met jurkjes en vlechtjes. Wat zou dat rustig zijn.
Na vijf minuten zat de straftijd erop. Het kampvuur was nog niet helemaal afgekoeld, dus de jongens mochten buitenspelen.
‘Op het erf blijven en niet naar de sloot!’ drukte Marije de jongens op het hart.
‘We gaan crossen op het veld!’ joelden ze en weg waren ze.
Marije was in de moestuin aan het werk, toen ze vanuit de verte Siem hoorde schreeuwen.
Met een noodgang fietste hij naar zijn moeder.
‘Mam! Je moet meekomen!! Nu! Naar de sloot!!!’
De angst sloeg Marije om het hart. Naar de sloot? De jongens konden nog niet zo goed zwemmen.
Zo hard ze kon volgde ze haar zoon naar de rand van het veld.
Daar vond ze Jochem op de kant van de sloot, kletsnat en met kroos in het haar. Bij hem zat een klein meisje hartstochtelijk te huilen. Ook zij was doornat en smerig. Verderop zag ze Jurre aan komen fietsen met een vrouw in zijn kielzog.
Opgelucht haalde Marije adem, de jongens waren oké en het meisje zo te horen ook.
’Wat is er gebeurd?’ vroeg ze terwijl ze de kleine meid in haar armen nam en probeerde te sussen.
‘We waren aan het crossen en toen hoorden we een plons,’
Jochem keek op welke broer het verhaal zou overnemen, maar de een was nog buiten adem van het fietsen en de ander was nog onderweg met de moeder van het meisje.
‘Toen zagen we dat ze van de plank in het water gevallen was. Ik probeerde haar eruit te halen, maar toen viel ik er zelf in. Het is helemaal niet zo erg diep, maar ik ging wel onder water. Siem heeft ons er toen uitgetrokken met een touw en Jurre is haar moeder gaan halen.’
Die laatste was op de rampplek aangekomen. Zakte naast het stel in gras en nam het meisje van Marije over. ‘Oh Lilly, ik kan je ook geen minuut alleen laten. Het is altijd wat met jou,’
Jochem moest nog een keer het verhaal vertellen en het werd door toevoegingen van zijn broers al wat spannender.

Vroeg in de avond kwam Bram terug uit de stad waar hij een vergadering van de boerenbond had gehad. Hij hoopte dat de jongens nog niet in bed lagen, want hij kon niet lang zonder ze en wilde nog even met ze stoeien.
Naast de schuur zag hij de restanten van wat een vuur was geweest en bij de achterdeur stond een emmer modderwater waar een stel kleren in was ondergedompeld.
Bij binnenkomst zat de drieling keurig gewassen en gestreken op de bank.
Toen ze hun vader in het vizier kregen vlogen ze op hem af.
‘Pap! We hebben een avontuur meegemaakt!’
‘We hebben Lilly uit de sloot gered,’
‘En morgen komt er een meneer van de krant!’
‘Want we zijn helden!’ riepen ze in koor.
‘Kijk eens aan,’ zei een verbouwereerde Bram, ‘en hoe zit het dan met dat vuur?’
‘Oh, dat is niks.’
‘Een beetje pech,’
‘Helemaal onder controle.’

Kontjes

De vraag was: ben jij een billen-mens?
Het overviel me eigenlijk een beetje.
Ik zie ze eigenlijk meer als nuttig, zou eerlijk gezegd niet weten hoe je zonder kan.
Ga maar eens zitten zonder billen, of fietsen! Gaat een pijnlijke opgave worden, dat beloof ik je.
Feitelijk let ik niet zo op billen. Natuurlijk weet ik dat er grote verschillen zijn in maatvoering, van ieniemienie tot XXL. Het maakt me niet zoveel uit, behalve in het openbaar vervoer, daar heb ik liever een ieniemienie bilpartijtje naast me zitten.
Daarentegen heb ik wel wat met kontjes, want ook daarin heb je veel variëteiten.
Zo heb je de mopperkont, die ken je vast wel, het is nooit goed en dat laat hij je zeker weten.
Of wat dacht je van de babbelkont, leuk maar vermoeiend.
De bof- of mazzelkont, zo eentje die het allemaal maar aan lijkt te komen waaien en waar we stiekem wat jaloers op kunnen worden, tot we het zelf zijn en iedereen moet meegenieten.
Je herkent jezelf vast wel in een of meer van die konten. Ik wel.
De enige waar ik moeite mee heb is de draaikont. Net als je denkt dat je hem doorhebt, is die weer van mening veranderd. Glad als een aal en niet te vatten.
Heb ik toch liever een XXL-kont naast me in de trein, dan weet je in ieder geval waar je aan toe bent.

Geschreven voor WOT https://verwondervrouw.nl/pix-wot/wot-deel-10-kontje/

Bridezilla

Vanaf het moment dat Gregg haar ten huwelijk had gevraagd, stond alles in Sylvia’s leven in het teken van De Grote Dag.
De vader van de bruid wilde het allerbeste voor zijn prinsesje om deze dag de ‘gedenkwaardigste aller dagen’ te maken. Valentino werd opgedragen een exclusieve trouwjurk te ontwerpen. Jimmy Choo kreeg die eer voor de schoenen. Kappers en visagisten van beroemdheden moesten de bruid oogverblindend maken. Het landgoed van de Kennedy’s werd afgehuurd en voor het diner zou de Franse topkok Georges Blanc ingevlogen worden.
De verloving was groots gevierd, de ring met enorme steen schitterde aan Sylvia’s hand, ze wist het zeker: niemand was gelukkiger dan zij.
Maar hoe dichterbij de geplande datum kwam, hoe onuitstaanbaarder de aanstaande bruid werd. De jurk moest grootser. De hakken van de bruidsschoenen hoger. Het landgoed van de Kennedy’s was niet chique genoeg.
Een wanhopige Gregg moest de hysterische Sylvia steeds vaker kalmeren.
De dag voor de bruiloft werd de generale repetitie gehouden. Niets werd er aan het toeval overgelaten. De locatie was uitbundig gedecoreerd. De ijssculpturen stonden in de vriescel. De gerechten waren voorbereid en het belangrijkste: de jurk was goedgekeurd.
Alles was perfect.
Tot Sylvia het drempeltje niet zag en haar enkel lelijk verstuikte.
De arts benadrukte haar de enkel voorlopig te ontzien.
Daar vervloog Sylvia’s droom om gracieus op hoge hakken naar het altaar te schrijden.
De bruiloft werd afgeblazen.
Daags erna ontvluchtte een gestreste Gregg, met onbekende bestemming en een bruidsmeisje aan zijn zijde, zijn onverdraaglijke bridezilla.

Geschreven voor WE-300: Belasten https://platoonline.wordpress.com/2023/03/08/we-300-maart-2023/

Internationale vrouwendag

In deze tijd staat het vrouw-zijn om meerdere redenen onder druk.
De vrouw van nu moet opkomen voor haar rechten, zelfstandig en sterk zijn. De competitie op allerlei fronten aangaan met de man. Bovendien wordt de vrouw in grote delen van de wereld nog steeds onderdrukt. En daar moet absoluut een einde aan komen.
Vooropgesteld: ik ben voor gelijke behandeling van man en vrouw.
Maar wat ik in deze hele discussie mis is juist het waardevolle verschil tussen mannen en vrouwen.
De zachtheid van de vrouw tegenover de kracht van de man, juist als aanvulling van elkaar.
Gevoel en ratio, wat beide zijden mooi in evenwicht houdt.
De kracht van de vrouw in haar kwetsbaarste moment wanneer ze het leven doorgeeft.
De leeuwin, die haar welpen voedt en beschermd.
De compassie die ze heeft in de zorg voor haar naasten.
In deze tijd lijkt het alsof we alles mogen zijn, behalve die zachte vrouw.

De wereld heeft al zoveel mannelijke energie, laten we dan asjeblieft de vrouwelijke energie niet verloren gaan, maar haar koesteren en eren.