Bezoek met een staartje

Jochem, Siem en Jurre waren opgetogen.
Vorige week waren ze jarig geweest. Er was veel visite langsgekomen en ze waren flink verwend.
En vandaag kwamen tante Aagje en oom Simon op bezoek.
Dat waren niet echt een oom en tante van de drieling, en ze wisten ook niet precies hoe het zat, maar ze waren wel heel aardig.
Tante Aagje zag er nogal ouderwets uit in haar grijze vestje en geruite rok. Oom Simon was een echte zeeman geweest en dat kon je wel zien. Hij had een grote baard en tatoeages op zijn arm. Hij was heel lang en kon spannende verhalen vertellen over zijn verre reizen waar de jongens geen genoeg van konden krijgen.
Marije had een feestelijke taart gebakken, die af stond te koelen op het aanrecht in de grote woonkeuken. Ze had haar zoontjes plechtig laten beloven niet van de lekkernij te snoepen.

Halverwege de ochtend reed de auto van het bezoek het erf op.
De jongens stoven naar buiten om ze te begroeten.
Aagje hield haar armen wijd gespreid om de drie te omhelzen.
‘Is dit echt de drieling?’ lachte ze naar Marije. ‘Dat kan bijna niet, die zijn toch nog niet zo groot?’
‘We zijn nu ook al zeven!’ verklaarde Jochem
‘Al supergroot,’ zei Siem en hij maakte zich nog wat langer.
‘Maar nog niet groot genoeg,’ besloot Jurre.
Nieuwsgierig liepen ze naar Simon. Die stond bij de geopende kofferbak en haalde er een flink pakket uit.
De zeeman struikelde bijna over het drietal, dat zo graag wilde weten wat er in het pak zat.
‘Eerst naar binnen,’ maande Marije.

Niet veel later stonden ze om de eettafel. Zes handen jeukten om het papier eraf te scheuren.
‘We gaan even wat afspreken,’ zei Simon ‘Julie gaan heel voorzichtig het cadeau open maken. Kunnen jullie dat?’
De drieling knikte hartstochtelijk.
‘En vooral niet schreeuwen,’
Ze schudden overtuigend het hoofd.
‘Toe dan maar,’
Voorzichtig verwijderden ze het papier en er kwam een kooi onder vandaan, waarin een klein diertje zijn kraaloogjes opende.
‘Een hamster!’ riepen ze tegelijk, harder dan ze van plan waren geweest.
‘Mogen we hem aaien?’
Simon antwoordde dat het eerst even moest wennen omdat het een beetje schuw was en van slag door de reis. Wat later zouden ze het kunnen pakken.

Marije vroeg haar gasten of ze koffie wilden.
‘Graag, maar het liefst wil ik eerst je prachtige bloementuin zien, als dat kan,’ zei Aagje. Ze was gek op bloemen en na de lange rit vond ze het wel prettig even de benen te kunnen strekken.
De drie volwassenen gingen naar buiten, terwijl de jongens rond de kooi stonden hun nieuwe huisgenoot te bewonderen.
Na een korte rondleiding door de tuin, werd het tijd voor koffie met taart.
Bram had zich intussen ook bij het gezelschap gevoegd en samen met Aagje en Simon nam hij plaats in de woonkamer, terwijl Marije voor de koffie ging zorgen.
Toen ze de keuken binnen liep, wist ze niet wat ze zag.
De jongens hadden stoelen bij het aanrecht gezet. Twee van hen waren met hun handen in de taart aan het wroeten en de ander was een waterballet aan het veroorzaken bij de kraan.
Verschrikt sloeg ze haar handen voor de mond.
‘Wat zijn jullie in hemelsnaam aan het doen?’
‘De hamster zit in de taart!’ riep Siem.
‘Wat??’
‘Jurre wilde hem pakken en toen beet hij,’ ging Jochem verder
‘En toen trok ik mijn hand terug, maar daar hing de hamster nog aan en die vloog met een zwieperd in de taart,’ snikte Jurre, die zijn pijnlijke vinger onder het koude water hield.
Inmiddels waren de anderen op het rumoer afgekomen. Marije legde snel de situatie uit en samen gingen ze op zoek naar de hamster, die even later gevonden werd achter het koffiezetapparaat.
‘Dat was niet zo handig, jongens,’ zei Simon terwijl hij de kooi goed afsloot. ‘Ik had toch gezegd een uurtje te wachten?’
Bedremmeld keek de drieling naar de grond. Ze hadden hem alleen even willen aaien, verder niets.
‘Volgens mij is hij nog heel en alleen een beetje geschrokken,’ suste Bram, die moeite had zijn lachen in te houden.
‘Net als jullie, denk ik’ zei Aagje, ‘dus lijkt het me nu een goede tijd voor koffie.’
Marije liet een zucht ontsnappen en schudde haar hoofd. Het was ook altijd wat met die drie.

De koffie werd ingeschonken en de restanten van de taart verdeeld, want het was zonde om die weg te gooien nu ze zeker wisten dat er geen hamster meer in zat
‘Ik weet wel een mooie naam voor het diertje,’ zei Simon.
De drieling keek hem verwachtingsvol aan.
‘Mazzel, want volgens mij heeft hij wel heel veel geluk dat hij hier is komen wonen en gaat hij vast veel avonturen beleven.’
En dat konden ze alle drie met volle mond beamen.

Advertentie